Gisteren deden Ron van Zal en Ton van Putten mee met de spelregeltest, maar wie is er eerste?
De tweede plaats is voor Ton van Putten met 11 goede antwoorden.
De eerste plaats is voor Ron van Zal met 12 goede antwoorden.
Vandaag, de laatste dag van de spelregeltest.
De allerlaatste vragen van de 100 spelregelvragen staan in dit bericht.
Doe je best en stuur je antwoorden naar
[email protected]
Namens de webredactie, veel succes!
Vraag 80 - Terwijl de bal in het spel is, spuwt de
doelverdediger, die zich binnen het eigen strafschopgebied bevindt, een tegenstander, die zich buiten
het strafschopgebied en binnen het speelveld bevindt, opzettelijk in het gezicht. Welke
maatregelen moet de scheidsrechter nemen?
a. de doelverdediger wordt van het speelveld gezonden door
het tonen van de rode kaart en het spel wordt hervat met een strafschop.
b. indirecte vrije schop op de plaats waar de doelverdediger
zich bevond, alsmede het wegzenden van de doelverdediger van het speelveld door het
tonen van de rode kaart.
c. directe vrije schop op de plaats waar de doelverdediger
zich bevond, alsmede een waarschuwing aan de doelverdediger door het tonen van de
gele kaart.
d. de doelverdediger wordt van het speelveld gezonden door
het tonen van een rode kaart en het spel wordt hervat met een directe vrije schop tegen de
doelverdediger vanaf de plaats waar de tegenstander stond die werd bespuwd.
Het
juiste antwoord is D
Vraag 81 - Een aanvaller geeft de doelverdediger een
correcte schouderduw op het moment dat deze een voet van de grond heeft. De doelverdediger valt
daardoor met de bal en al in het doel. Wat moet de beslissing zijn?
a. een indirecte vrije schop voor de doelverdediger.
b. een geldig doelpunt.
c. een indirecte vrije schop voor de verdedigende partij
plus een waarschuwing door het tonen van de gele kaart voor de aanvaller.
d. een directe vrije schop voor de doelverdediger.
Het
juiste antwoord is B
Vraag 82 - Terwijl de bal in het spel is, maakt een speler
zich schuldig aan gewelddadig gedrag tegenover een medespeler binnen het speelveld. De
overtredende speler wordt van het speelveld gezonden door het tonen van de rode kaart. De
scheidsrechter hervat het spel met een:
a. strafschop.
b. scheidsrechtersbal.
c. indirecte vrije schop.
d. directe vrije schop.
Het
juiste antwoord is C
Vraag 83 - Eén der ploegen speelt met 10 man. Na een
kwartier meldt de elfde speler zich. Hoe reageert de scheidsrechter?
a. hij hoeft niet te reageren; een aanvullende speler kan zonder
toestemming het speelveld in.
b. hij onderbreekt het spel en laat de speler toe.
c. hij wacht tot de bal uit het spel is en laat dan de
speler toe.
d. hij geeft de speler een teken dat hij het speelveld in
mag komen, terwijl de wedstrijd gewoon doorgaat.
Het
juiste antwoord is D
Vraag 84 - Om de bal doelbewust op zijn eigen doelverdediger
terug te spelen, knielt een speler om hem zo met zijn knie de bal te doen toekomen. De
doelverdediger die zich in zijn eigen strafschopgebied bevindt, raakt de bal vervolgens met de
hand (en) aan. Wat beslist de scheidsrechter ?
a. doorspelen.
b. indirecte vrije schop op de plaats waar de overtreding
door de (mede)speler wordt begaan en een waarschuwing door het tonen van de gele kaart
c. indirecte vrije schop op de plaats waar de doelverdediger
de bal met de hand(en) aanraakt.
d. voordeelregel.
Het
juiste antwoord is B
Vraag 85
- Indien een doelverdediger opzettelijk een
medespeler binnen zijn eigen strafschopgebied raakt door met kracht de bal tegen hem aan
te gooien, hoe moet de scheidsrechter na de onderbreking daarvoor het spel
hervatten ?
a. met een indirecte vrije schop.
b. met een scheidsrechtersbal.
c. met een directe vrije schop.
d. met een strafschop.
Het juiste antwoord is A
Vraag 86 - Een speler van de verdedigende partij houdt
binnen zijn eigen strafschopgebied, terwijl de bal bij de rechtsbuiten in de omgeving van de
hoekvlag is, een aanvaller vast. De scheidsrechter kent nu :
a. een indirecte vrije schop toe, omdat de aanvaller geen
doelrijpe kans had.
b. een strafschop toe.
c. een directe vrije schop toe op de plaats waar de bal zich
bevond en hij geeft de verdediger een waarschuwing door het tonen van de gele kaart.
d. een indirecte vrije schop toe op de plaats waar de bal
was en hij geeft de verdediger een waarschuwing door het tonen van de gele kaart.
Het
juiste antwoord is B
Vraag 87 - Een speler loopt kwaad het speelveld af, zonder
zich af te melden. De aanvoerder meldt de speler af bij de scheidsrechter en wil een
vervanger inzetten. De scheidsrechter weigert dit, ondanks het feit dat de betrokken speler geen
overtreding heeft begaan, waarvoor wegzending noodzakelijk was. Handelt de scheidsrechter hier
juist ?
a. de scheidsrechter handelde juist, omdat de betrokken
speler zich niet had afgemeld bij de scheidsrechter.
b. de scheidsrechter handelde juist, omdat bij kwaad
weglopen geen vervanging is toegestaan.
c. de scheidsrechter handelde alleen juist, indien er reeds
3 spelers waren vervangen van het betreffende elftal.
d. de scheidsrechter handelde volledig juist.
Het
juiste antwoord is C
Vraag 88 - Juist buiten het strafschopgebied wordt een
aanvaller door een verdediger onderuit gehaald. Dezelfde aanvaller neemt snel (met nog verdedigers
in de buurt) de toegekende vrije schop en schiet de bal tegen de lat. Hij krijgt de bal
direct weer terug en schiet de bal nu in het doel van de tegenpartij. Is dit een geldig doelpunt ?
a. neen, de vrije schop moet worden overgenomen.
b. ja.
c. neen, de aanvaller had op een teken van de scheidsrechter
moeten wachten.
d. neen, de verdedigende partij krijgt een indirecte vrije
schop te nemen op de plaats waar deze aanvaller voor de tweede maal de bal speelde.
Het
juiste antwoord is D
Vraag 89 - Een directe vrije schop moet worden toegekend
voor:
a. obstructie.
b. gevaarlijk aanvallen.
c. te hoog trappen.
d. te laag koppen.
Het
juiste antwoord is B
Vraag 90 - Tijdens het spel bemerkt de scheidsrechter dat de
uitrusting van een speler niet aan de voorschriften voldoet. Hoe reageert hij ?
a. hij wacht tot de eerstvolgende onderbreking en zendt dan
de speler van het speelveld om het mankement te herstellen.
b. hij draagt, tijdens het spel, de aanvoerder op de speler
van het speelveld te zenden om het mankement te herstellen.
c. hij onderbreekt de wedstrijd, zendt de speler tijdelijk
van het speelveld en hervat met een indirecte vrije schop.
d. hij onderbreekt de wedstrijd, zendt de speler tijdelijk
van het speelveld en hervat met een scheidsrechtersbal.
Het juiste antwoord is A
Vraag 91
- Een aanvaller loopt met de bal aan de voet door
de verdediging van de tegenpartij en heeft alleen de doelverdediger nog voor zich. De bal
blijft in de modder steken en de aanvaller komt voor de bal. Hij loopt terug, pikt de bal weer
op en maakt een doelpunt. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
a. een indirecte vrije schop wegens buitenspel toekennen.
b. doelpunt toekennen.
c. een directe vrije schop voor de verdedigende partij
toekennen.
d. scheidsrechtersbal.
Het
juiste antwoord is B
Vraag 92 - Een speler staat buitenspel wanneer hij dichter
bij de doellijn van de tegenpartij is dan :
a. de bal op het moment dat deze wordt gespeeld.
b. de bal op het moment dat hij deze ontvangt.
c. de bal, wanneer hij deze heeft verloren en terug gaat om
deze weer te kunnen spelen.
d. dat hij niet minimaal twee tegenstanders voor zich heeft
op het moment dat hij de bal ontvangt.
Het juiste antwoord is A
Vraag 93 - De doelverdediger heeft, op de grond liggend, nog
een vinger op de bal. Mag de bal nu worden gespeeld?
a. alleen door een tegenstander.
b. alleen door een medespeler.
c. de bal mag niet meer worden gespeeld.
d. de bal mag door iedereen worden gespeeld.
Het
juiste antwoord is B
Vraag 94 - Op het moment dat de centrumspits voor de bal en
op gelijke hoogte staat met de doelverdediger en de laatste verdediger wordt hem de bal
toegespeeld door een medespeler.
Wat beslist de scheidsrechter als deze spits de hem
toegespeelde bal in het doel weet te koppen?
a. hij keurt het doelpunt af en laat hervatten met een
indirecte vrije schop voor de verdedigende partij.
b. hij keurt het doelpunt goed en laat hervatten met een
aftrap na geldig doelpunt.
c. hij keurt het doelpunt af en laat hervatten met een
doelschop.
d. hij keurt het doelpunt af en laat hervatten met een
directe vrije schop voor de verdedigende partij.
Het
juiste antwoord is B
Vraag 95 - De wedstrijd moet voor het nemen van een
strafschop verlengd worden. De bal stuit vanaf de lat omlaag, raakt voor de doellijn de grond en
verdwijnt vandaar door een oneffenheid in het doel. Wat beslist de scheidsrechter?
a. het doelpunt is geldig, omdat de doelverdediger de bal
niet raakte.
b. het doelpunt is geldig, omdat de strafschop pas zijn
uitwerking heeft gehad als de bal in het doel ligt.
c. doordat hier een onvolkomenheid in het veld een rol
speelt, moet de strafschop worden overgenomen.
d. het doelpunt wordt afgekeurd. De strafschop had zijn
uitwerking gehad toen de bal vanaf de lat de grond raakte. Einde wedstrijd.
Het
juiste antwoord is D
Vraag 96 - Uit een beginschop kan:
a. nooit rechtstreeks gedoelpunt worden.
b. alleen rechtstreeks worden gedoelpunt in het doel van de
tegenpartij.
c. alleen rechtstreeks worden gedoelpunt in het eigen doel.
d. worden gedoelpunt zowel in eigen doel als in het doel van
de tegenpartij.
Het
juiste antwoord is B
Vraag 97 - Tussen het moment waarop de scheidsrechter
constateert dat de wedstrijd is beëindigd en het moment waarop hij zijn fluit naar zijn mond
brengt om de wedstrijd te beëindigen, ziet de scheidsrechter dat de doelverdediger,
staande in zijn strafschopgebied, een aanvaller opzettelijk slaat. De scheidsrechter moet nu:
a. de wedstrijd als geëindigd beschouwen.
b. de wedstrijd alsnog verlengen voor het nemen van de
strafschop en de doelverdediger uit
het veld zenden door het tonen van de rode kaart.
c. de wedstrijd als geëindigd beschouwen en het slaan van de
doelverdediger ter kennis
brengen van de Bond.
d. de doelverdediger uit het veld zenden door het tonen van
de rode kaart en daarna een
strafschop laten nemen, waarbij een van de veldspelers als
doelverdediger optreedt.
Het
juiste antwoord is C
Vraag 98 - Zonder toestemming van de scheidsrechter hebben
een veldspeler en de doelverdediger van plaats gewisseld zonder elkaars shirt aan
te trekken. De scheidsrechter bemerkt deze wissel, als de nieuwe doelverdediger in het
strafschopgebied de bal in de handen neemt. Wat beslist de scheidsrechter?
a. hij onderbreekt het spel, geeft beide spelers een
waarschuwing door het tonen van de gele
kaart en hervat met een strafschop.
b. hij onderbreekt het spel, geeft de nieuwe doelverdediger
een waarschuwing door het tonen
van de gele kaart of wordt weggezonden door het tonen van de
rode kaart en hervat met een strafschop.
c. hij wacht tot de eerstvolgende onderbreking en geeft dan
beide spelers een waarschuwing
door het tonen van de gele kaart.
d. hij wacht tot de eerstvolgende onderbreking en geeft de
nieuwe doelverdediger een
waarschuwing door het tonen van de gele kaart.
Het
juiste antwoord is B
Vraag 99 - Bij een schermutseling voor het doel krijgt de
scheidsrechter de bal in zijn gezicht.
Als hij weer in staat is het spel te volgen, ligt de bal in
het doel en staat hij tussen juichende en
protesterende spelers. Hoe moet hij nu handelen ?
a. het doelpunt toekennen.
b. de assistent-scheidsrechter raadplegen en op grond van
diens advies een beslissing nemen.
c. op de plaats waar hij de bal in het gezicht kreeg een
scheidsrechtersbal geven.
d. op de plaats waar hij de bal in het gezicht kreeg een
indirecte vrije schop toekennen aan de verdedigende partij.
Het
juiste antwoord is B
Vraag 100
- Een aanvaller wordt door een verdediger bij zijn
shirt gegrepen op het moment dat hij deze wil passeren. Beide spelers komen ten val. De
scheidsrechter ziet echter dat de aanvaller snel overeind komt en een doelrijpe kans krijgt en
hij past dan ook de voordeelregel toe. Helaas wordt de bal naast geschoten. Alles gebeurde
buiten het strafschopgebied. De scheidsrechter moet nu:
a. alsnog een directe vrije schop toekennen.
b. alsnog een indirecte vrije schop toekennen.
c. hervatten met een doelschop.
d. hervatten met een doelschop en het geven van een
waarschuwing aan de verdediger door het tonen van de gele kaart of de verdediger wegzenden door
het tonen van de rode kaart.
Het
juiste antwoord is D